Algemeen10.01.2016

Zeilend naar de Caraïben – deel 2


Het startsein en storm op zee

In een serie van 4 artikelen vertelt Josefien Boonman over haar avonturen op zee. Ze heeft nog nooit gezeild, maar gaat tóch in een zeilboot de Atlantische Oceaan oversteken. Eindbestemming: de Caraïben. Dit is deel 2 van haar avontuur.

Het startsein!

De laatste dagen voor vertrek zijn rijk gevuld. We doen inkopen voor vijf personen voor minstens drie weken. De vuilwatertank van het toilet aan stuurboord (vergeet om in termen van links of rechts te denken) moet ontstopt worden. De spinnakkerboom en ophanging is nog niet geleverd. De satellietverbinding installeert zichzelf niet. Het thuisfront wil op de hoogte gehouden worden. De nieuwe oven wordt zo opgehangen dat de gaspitjes altijd horizontaal blijven. De radarapparatuur moet nog worden gekalibreerd.

Iedereen haalt opgelucht en opgewonden adem als we eindelijk uitvaren. De baai ligt vol met boten die op een startsein wachten. Een luide toeter klinkt, de zeilen worden gehesen en we beginnen te laveren over golven van wel vijf meter hoog, richting de andere kant van de Atlantische oceaan. Ik heb nog nooit zo hoge golven gezien, laat staan ze op een zeilboot van 14 meter lang getrotseerd. Mijn hart klopt in mijn keel, ik hou me héél goed vast aan elke vorm van houvast die ik maar kan vinden en kan minstens een uur lang niets anders denken dan ‘wàt is dit ruig!’

Al binnen enkele uren zijn alle andere boten uit het zicht verdwenen. 200 Boten lijkt veel, maar op een oceaan zijn het 200 minispeldjes in een gigantische hooiberg. We staan er alleen voor. Ik zet me over mijn verlammende verwondering heen en begin te koken. Thuis doe ik dat niet graag, maar op een constant schommelende boot een gerecht voor vijf personen klaarmaken is een uitdaging die ik uit nieuwsgierigheid heel graag aan ga. Tijdens het eten bespreken we het wachtsysteem. Ook al zullen we het grootste deel op de automatische piloot varen, er moet dag en nacht iemand op het dek aanwezig zijn om alles in de gaten te houden. Ze beginnen met twee uur op, zes uur af. Ik zal de komende nachten iedereen af en toe vergezellen zodat ik na verloop van tijd ook in het schema opgenomen kan worden.

Een flinke storm op zee levert daarna ook mooie luchten op
Een flinke storm op zee levert daarna ook mooie luchten op

Storm op zee…

Tijdens de tweede nacht gaat het mis. De wind neemt in korte tijd flink toe en verandert bovendien iets van richting. De automatische piloot blijft windshifts aangeven, wat betekent dat het moeilijker wordt voor de boordcomputer om de ingestelde koers aan te houden. We dragen vrij veel zeil en het voelt alsof de zee baas is over de boot in plaats van andersom. We besluiten de kapitein wakker te maken. Hij past de koers iets aan en verzekert ons dat ook deze wind vanzelf voorbij zal razen. Als hij vervolgens nog even naar de lucht en de zeilen staat te kijken, breekt de spinnakkerboom. De spinnakkerboom is een paal van een meter of acht lang. De genua begint hard te klapperen en de andere twee bemanningsleden klimmen bezorgd het dek op. Al schreeuwend worden er orders uitgedeeld, chaos heerst. We draaien twee stormrondjes waarbij de giek op een haar na twee hoofden mist. Na een minuut of vijftien is de boot weer onder controle.

Het leven op een boot is als een micro-samenleving. Als iemand zich niet goed voelt dan is de balans weg. Het is dus zaak dat alles direct besproken wordt, anders hou je het geen drie weken vol met elkaar. De volgende ochtend doorlopen we de voorgaande nacht. Wat ging er mis, hadden we dit kunnen voorkomen, wat leren we hier uit? We besluiten de competitiviteit die deelname aan de ARC met zich meebrengt, ook al is het geen wedstrijd, te negeren. Met een crew waarvan de helft niet bijster ervaren is, is het belangrijker om in één stuk aan te komen in plaats van een hoge plaats in het eindklassement te behalen. Voortaan reven we de zeilen bij zonsondergang en houden de vrouwen samen wacht.

De zee en de wind laten zich nog even van hun wilde kant zien, waarna we de Canarische acceleratiezone en het hevige weer definitief achter ons laten. Binnen no time wordt duidelijk hoe onze dagen er de komende 2,5 week uit zullen zien. ’s Ochtends drinken we samen koffie. Als er geklust moet worden, gebeurt dat voor de lunch die de vrouwen rond het middaguur op tafel dienen te zetten. We doen een middagdutje, lezen wat, nuttigen om vijf uur een borreltje. Na het avondeten gaat iedereen snel bedwaarts aangezien de nachtrust onderbroken zal worden door een wacht van twee uur. Misschien heb ik het leven op zee te veel geromantiseerd, maar als dit meer dan twee weken duurt, voorzie ik verveling…

Avatar foto
Redactie Travelvalley

De redactie van Travelvalley schrijft dagelijks over nieuws en trends op gebied van reizen. Volg ons ook via Twitter, Facebook en Instagram.