Aan tafel met Karen Keygnaert van A’Qi
Met 30 Chefkoks, 29 mannen en slechts één vrouw was de vraag met wie we eens wilden praten over eten snel beantwoord. Natuurlijk kozen we voor Karen Keygnaert van A’Qi, een van de toprestaurants net buiten het centrum van Brugge.
Karen Keygnaert studeerde architectuur, maar besloot dat daar haar talent niet lag en besefte dat ze daar nooit gelukkig in zou worden. Ze maakte vaak taarten en besloot op een zaterdagmiddag om kok te worden. Ze bewandelde niet het geijkte pad via de Hotelschool, maar ging met een leercontract werken bij Auberge de Herborist met ‘vader’ Hanbuckers. Twintig jaar werkte ze samen met Hanbuckers, tot ze zes jaar geleden haar eigen ‘A Qi’ opstartte.
Waar komt de naam A Qi vandaan?
“Qi komt van het woord levensenergie uit de Chinese filosofie. Als mensen gaan eten is het niet de bedoeling dat ze zich helemaal bourgondisch volstoppen, het is de bedoeling dat ze zich voeden en dat het allemaal gezond is wat zij binnenkrijgen. Vandaar de naam.”
Dertig chef-koks waarvan slecht één vrouw, hoe komt dit?
“Haha”, lacht ze hardop. “Dit is toch wel een zwaar beroep en het moment dat je dit wil combineren met kindjes en een gezin is dat niet makkelijk. Ik heb geen kinderen dus heb ik het probleem niet. Er komen gelukkig wel steeds meer vrouwelijke chefs . Vroeger waren het toch vooral dikke mannen met een koksmuts, haha!”
Willen mannen zich meer bewijzen?
“Dat zou wel kunnen, het haantjesgedrag is groot.”
Zie je verschillen tussen mannen en vrouwen als zij koken?
“Ja misschien toch wel dat vrouwen er iets bescheidener mee omgaan. Ik ga daar zelf niet zo mee om. Ik heb nu een ster van Michelin waar ik blij mee ben. Dat brengt mij extra cliënteel maar dat is niet per se nodig om met veel plezier aan het werk te gaan. Mannen streven daar misschien iets meer naar dan vrouwen. Er zijn wel steeds meer jonge vrouwen met ambities.”
Er is een trend dat chefkoks het ‘culinaire’ laten voor wat het is (Ron Blauw), begrijp je dat?
“Ja ik heb dat ook heel sterk. Die ster is mooi en ik ga daar zeker niet negatief over doen, maar ik heb zeker een verlangen om terug te gaan naar simpeler. Mensen die bij mij komen eten zien zeker wel dat ik niet het specifieke ‘sterren-keuken-eten” dat ik maak. Als mensen naar buiten gaan, moeten ze gegeten hebben en niet alleen kleine ornamentjes gekregen hebben. Een van mijn domen is om een klein huiskamerrestaurant te maken met desnoods de pan op tafel en dat mensen grootmoeders eten kunnen eten, voilà. Misschien komt dat er ooit van.”
Bestaat er zoiets als de Vlaamse keuken?
“Ja die bestaat, een stoverij met friet maar of dat oervlaams is. In Frankrijk noemen ze dat Boeuf Bourguignon. Ik denk dat er vooral een Vlaamse manier van eten is, gezellig met de familie rond de tafel zitten en grote porties eten, vooral met veel gezelligheid dus.”
15 korte vragen:
- Favoriete voorgerecht: “Combinatie van carpaccio met coquilles en ganzenlever.”
- Favoriete hoofdgerecht: Duif, duif? “Ja, echt super lekker!”
- Favoriete nagerecht: “Ik ben niet zo’n nagerechten-mens, maar als ik moet kiezen toch het liefst vanille-ijs.”
- Witte of rode wijn: “Wit.”
- Cava of Champagne: “Cava.”
- Rosé: “Ja!”
- Vlaamse of Franse keuken: “Franse keuken, zeker weten!”
- Favoriete land om te gaan eten: “Frankrijk of Italië.”
- De lekkerste oesters komen uit: “Zeeland, haha!”
- Friet met mayonaise of pickels: “Mayonaise.”
- Goji bessen: Niet als trend. “Ik ben van de geitenwollen sokken, dus ik ga die trend niet volgen.”
- Wat is hot: “Biologische koken, bij de buren eten, koken en terug naar de basis.”
- Wat is not: “Poederkes om suikers en belletjes te maken.”
- Waar mogen ze jou ’s nachts wakker voor maken? “Nergens voor, haha!”
- Zou je voor mij een keertje willen koken? “Ja zeker.”